interviews
5 december 2022

Op slag verliefd na zes jaar ‘ploeteren met een gek appje’

Het Financieele Dagblad

Zijn bel-app was op sterven na dood. Totdat Hans Osnabrugge (45) zijn focus verlegde van Europa naar Afrika. Met de bel- en betaaldienst Talk360 staat hij op het punt de Afrikaanse markt open te breken.

Een zakenpartner stelde ondernemer Hans Osnabrugge eind 2015 in Johannesburg voor aan een bevriende techneut. Een magisch moment, vertelt hij over die ontmoeting. ‘Een kale kerel met hetzelfde spleetje tussen zijn tanden als ik. We waren op slag verliefd. Zo’n speciale gozer. We voelden echt een spark bij elkaar.’

De beldienst die Osnabrugge bezat, genaamd Ringcredible, was op dat moment door de komst van WhatsApp op sterven na dood. Hij was in Zuid-Afrika omdat een partij die de techniek tegen betaling mocht gebruiken, zijn hulp had ingeroepen voor een bedrijfskundig vraagstuk. Osnabrugge, die wel een verzetje kon gebruiken, was spontaan in het vliegtuig gesprongen.

‘Dit is iets dat zes jaar geleden is begonnen door met iemand een kop koffie te drinken’

De man met wie hij zo’n klik had, was IT-ondernemer Dean Hiine. Die zag juist veel toekomst in het concept van Ringcredible, mits het zich op een andere doelgroep zou richten. Niet op vakantievierende westerlingen, maar op Afrikanen die veelal geen internet en dus ook geen WhatsApp hebben. ‘Ik dacht: zou ik na zes jaar ploeteren met dat gekke appje miljoenen mensen kunnen helpen die het echt nodig hebben?’

Nog veelomvattender bleek het idee dat daaruit voortkwam. Om gebruikers in Afrika te kunnen laten betalen voor de beldienst, moesten Osnabrugge en Hiine namelijk een systeem creëren dat past in het Afrikaanse betaalverkeer. Veruit de meeste mensen betalen cash, hebben niet eens een bankrekening. Wat het extra lastig maakt, is dat ieder land weer andere dominante betaalmethoden kent.

Betalen

Bij een rondvraag onder Nederlandse start-ups bleek dat Afrika nergens op de roadmap stond. Niet omdat er geen markt is – er wonen 1,2 miljard mensen, van wie twee derde onder de dertig – maar omdat men niet weet hoe je mensen daar voor digitale content moet laten betalen.

‘Toen ging echt het lampje aan. Ik zei tegen Dean: als we deze puzzel oplossen, kunnen we veel meer betaalde diensten naar Afrika te brengen. Dan krijgt de Afrikaanse consument eindelijk toegang tot dezelfde diensten die wij hebben.’ De bel- en betaaldienst Talk360 was geboren.

Na zes jaar zijn Osnabrugge, Hiine en hun co-founder Jorne Schamp erin geslaagd als eerste partij in Afrika alle lokale valuta’s op het continent en meer dan 160 beschikbare betaalmethoden aan elkaar te koppelen. Ze werken samen met meer dan een miljoen kleine verkooppunten, verspreid over het werelddeel.

Die verkooppunten zijn supermarkten en andere winkels, maar ook zogeheten hawkers: straatventers die digitale diensten verkopen middels een apparaatje. Die zie je veel in Zuid-Afrika. In het oosten, zoals Kenia, gebruikt men de mobile wallet van M-Pesa. En in West-Afrika ga je naar een soort pinautomaat die ook dienst doet als kiosk waar je contant geld in kunt stoppen. Talk360 is bij al deze methoden aangesloten.

Het idee was dat als het met de bel-app zou lukken om consumenten via deze weg te laten betalen, het ook moest werken voor andere diensten die de Afrikaanse markt op willen. Zo ver is het inmiddels. Deze zomer haalde het bedrijf €4 mln op; investeringen van Afrikaanse investeerders en internationale fintech-ondernemers. Daar kwam in september €3 mln bij.

‘Valley of death voorbij’

‘Dit is iets dat zes jaar geleden is begonnen door met iemand een kop koffie te drinken. Dat vind ik wel heel bijzonder’, blikt Osnabrugge terug. ‘We zijn intussen wel bijna tien keer failliet geweest, hoor. Maar de valley of death zijn we nu wel gepasseerd.’

Met die zeven miljoen betaalt hij momenteel ontwikkelaars die het platform open kunnen zetten voor een pilot waar een handvol externe partijen aan meedoet. ‘Ik kan geen namen geven, maar er zit onder meer een onderwijs-app bij.’

Volgens de planning gaat Talk360 als betaaldienst volgend voorjaar commercieel. Dan kan iedereen die dat wil de Afrikaanse markt bestormen.

Foto: Friso Keuris voor Het Financieele Dagblad