interviews
30 juni 2022

‘Ik realiseerde me: die gekte zit in míj’

Financieele Dagblad

Mathijs van Meerkerk (33) kreeg tien jaar geleden tijdens zijn studie mediatechnologie een psychose. De eerste psychiater die hij sprak, zei hem dat hij kon fluiten naar zijn toekomst als gamedesigner. Het liep anders.

Augustus 2012. Mathijs van Meerkerk is na een intensieve studieperiode aan het werk op muziekfestival Lowlands. Hij staat achter een kraampje van La Place broodjes te snijden voor festivalgangers. Zijn collega’s merken op dat hij vreemd doet, maar zelf begrijpt hij niet wat ze bedoelen. Hij moet met een busje mee dat hem naar een centraal punt op het terrein brengt.

Daar praat een maatschappelijk werker met hem. Hij moet naar de wc, maar dat mag niet. Een tijdje later komt er een agent bij zitten. De nood is intussen zo hoog, dat hij opstaat om een toilet op te zoeken. Maar de agent, die op zijn hoede is voor de verwarde jongen naast hem, schrikt en slaat de 23-jarige masterstudent in de boeien. Hij wordt in een politiebusje gezet en belandt in een politiecel.

Van Meerkerk weet op dat moment nog niet dat hij een psychose heeft. ‘Ik had geen idee wat er aan de hand was’, vertelt hij tien jaar later. ‘Ik heb veel traumatherapie gehad voor dat hele gebeuren in die politiecel. Ik was op dat moment zo verward dat ik al mijn relativeringsvermogen kwijt was. Ik kon niet meer bedenken dat ze me daar uiteindelijk uit zouden halen. Misschien laten ze me hier wel voor altijd zitten, dacht ik. Heel beangstigend.’

Geen logica

Hij lijdt op dat moment aan wanen. ‘Ik dacht dat de wereld een game was, dat er op televisie boodschappen werden uitgezonden waar ik iets mee moest.’ Hoe zich dat heeft geuit in gedrag, kan hij achteraf niet zeggen. ‘Je maakt als mens altijd een consistent verhaal van dingen die je meemaakt. En verwarring is nou juist het omgekeerde daarvan. Er zit geen logica, lijn of boog in, zoals de verhalen die we normaal gesproken aan onszelf vertellen.’

Van Meerkerk heeft een schizoaffectieve stoornis, zal later blijken. Dit betekent dat hij naast psychotische, ook depressieve en manische periodes kent. Tegenwoordig houdt hij die onder controle met medicatie. Maar in de kliniek waar hij vanuit die politiecel in 2012 naartoe wordt gebracht, luidt de diagnose ‘drugspsychose’. Zijn ouders, die hem daar meteen ophalen, krijgen te horen dat hij vijf dagen moet uitslapen. ‘Ik heb altijd gezegd dat dat het niet kon zijn, want ik had geen drugs gebruikt.’

In de weken die hij daarna doorbrengt bij zijn ouders, raakt Van Meerkerk dieper in een psychose. Uiteindelijk volgt een opname van zes weken. Hij krijgt antipsychotica toegediend die goed aanslaan. ‘Na een week realiseerde ik me: shit, de wereld is niet raar, die mensen kunnen mijn gedachten niet lezen, nee, die gekte zit in míj.’

Gepasseerd station

Van een psychiater in de kliniek krijgt hij al snel te horen dat hij een psychotische stoornis heeft die de rest van zijn leven zal bepalen. ‘Ik vroeg wat dat betekende voor mijn werk als ontwerper. Het antwoord: “Nou, meneer Van Meerkerk, dat is voor u een gepasseerd station”.’

Hij erkent dat studie- en werkstress de psychose hebben getriggerd. Maar dan maar alles wat eventueel stressvol zou kunnen zijn voor altijd vermijden, dat is voor Van Meerkerk geen optie. ‘Bovendien: wat is stress? Voor mij is dat een horecabaan. Maar mijn huidige werk kan ik wél op een goede manier managen. Wat stressvol is, is voor iedereen weer anders.’

Na een hersteltraject van de ggz en twee jaar vrijwilligerswerk, lukt het Van Meerkerk om zijn droombaan te bemachtigen. Hij werkt nu al zeven jaar als ontwerper bij een multimediabedrijf, waar hij games met een leerdoel maakt, aanvankelijk via een werkervaringsplek maar inmiddels in een functie van drie dagen per week. Hij realiseert zich dat hij geluk heeft gehad. Mensen die kampen met psychische aandoeningen worden drie tot zeven keer vaker afgewezen voor een baan dan mensen zonder een dergelijke beperking, bleek vorig jaar uit onderzoek.

Altijd gaan

‘Maar ik ben ook een doorzetter’, zegt Van Meerkerk. ‘Ik zit er ook gewoon altijd. Ik denk dat dat wel helpt. Ik heb me op twee, drie dagen na nooit ziek gemeld voor psychische klachten. In die jaren heb ik wel ups en downs gehad, maar zelfs in mijn meest depressieve periode, als ik huilend onder de douche sta en alles in me schreeuwt om niet te gaan, ga ik wel. Het liefst zou ik dan terug naar bed gaan. Maar ik ben heel bang dat als ik dat doe, ik er een maand blijf liggen. Het móét gewoon.’

Hij heeft zichzelf aangeleerd om ‘rationeel te genieten’ als dat niet meer op een normale, emotionele manier kan. ‘Als ik het allemaal niet meer voel, wat ook door de medicatie komt, dan probeer ik mijn emoties te ervaren door middel van mijn bewustzijn. Een keer tijdens een etentje op mijn eigen verjaardag voelde alles diep, diep grijs. Maar ik zei tegen mezelf: je zit daar wel met je hele familie. Dan probeer ik te zien dat dat waarde heeft.’

Voorlichting

Van Meerkerk geeft regelmatig voorlichting aan lotgenoten, maar ook aan artsen, verpleegkundigen, psychologen en andere hulpverleners. Onlangs stond hij voor een groep politieagenten. Hij moest denken aan zijn traumatiserende ervaring met de agent op Lowlands. Maar hij zag ook een andere kant. ‘De politie moet zich hele dagen bezighouden met mensen die verward op straat rondlopen doordat op uitkeringen en zorg is bezuinigd. Ik ben heel blij dat ik in die periode al een huis had, dat ik ouders had die mij konden helpen en dat ik niet op een wachtlijst heb hoeven staan voor goede ggz.’

Doordat hij in de zorg en hulpverlening kan uitleggen hoe je het beste kunt omgaan met iemand die een psychose heeft, voelt het voor Van Meerkerk alsof het zin heeft gehad dat hij ziek is geworden. ‘Dat is natuurlijk ook een manier om betekenis te geven aan iets verschrikkelijks, maar zo zie ik het wel. Ik probeer er iets mee te doen, ik probeer het voor mensen die nu ziek worden beter te regelen.’

Foto: Mark Horn voor Het Financieele Dagblad