
‘Ik heb mezelf jarenlang verdoofd’
Twintig jaar lang slikte Bas van Teylingen (46) medicijnen om zijn pijnlijke, rusteloze benen onder controle te houden. Steeds meer. Zo kon de succesvolle tv- en filmregisseur keihard blijven doorgaan. Tot hij er vorig jaar bijna aan onderdoor ging.
Bas van Teylingen was in 1999 met een vriend uiteten, toen hij een pijnlijk, onrustig gevoel in zijn benen kreeg. Hij kon niet langer stil blijven zitten. Hij maakte een wandelingetje door het Bussumse restaurant, kwam terug en ging weer zitten. De pijn bleef. ‘We hebben vrij snel afgerekend. Geen dessert.’
Er volgden meer aanvallen, waarbij de pijn zich over zijn hele lichaam verspreidde. ‘Vooral in mijn pols en mijn enkel. Het was niet te doen. Ik moest met icepacks slapen om geen pijn te voelen. Voor zover ik nog kón slapen.’
Van Teylingen bleek last te hebben van het restlesslegsyndroom en kreeg pillen voorgeschreven: sifrol, een middel dat veel wordt geschreven bij deze klachten. Dat hielp, hij kon weer aan het werk als regisseur. Hij werkte toen mee aan het tv-programma Love Test, waarin presentator Gijs Staverman testte of geliefden in het buitenland vreemdgingen. Hij zat meer in het vliegtuig dan gezond was. ‘Zoveel verschillende tijdzones, jetlags, prestatiedruk, het móéten bewijzen. Die combinatie duwde mijn stresslevel tot hier’, gebaart Van Teylingen met zijn hand net boven zijn hoofd. En in midden in al deze hectiek werd hij ook nog voor het eerst vader.
Breuk met zijn vrouw
Maar de pillen tegen zijn rusteloze benen hadden bijwerkingen. Hij kwam kilo’s aan, werd humeuriger en sliep oppervlakkig, waardoor hij altijd moe was. Dit stond hem niet in weg om keihard door te werken. En met succes: in 2004 werd hij een van de regisseurs van het populaire RTL4-programma In Holland staat een Huis en de jeugdserie Zoop.
Privé ging het veel minder goed. In 2010 liep zijn eerste huwelijk op de klippen. De woning waar hij met zijn twee kinderen en toenmalige vrouw woonde, stond al te koop sinds 2008, tijdens de financiële crisis. Pas in 2012 zou hij de woning met een enorme restschuld van de hand doen. Tel daar de kinderalimentatie bij op en het wordt duidelijk waarom Van Teylingen zich over de kop werkte.
‘Ze hield gewoon niet meer van mij’, verklaart Van Teylingen de relatiebreuk. De jaren die daarop volgden, waren feitelijk een langgerekte poging om bij elkaar te blijven voor de kinderen. ‘Uiteindelijk besloten we dat het beter was te stoppen. Wat goed is hoor, achteraf.’
Dosis verhoogd
Intussen had Van Teylingen op eigen houtje de dosering van zijn medicatie opgeschroefd, omdat die gewoonweg niet meer voldoende werkte. Hoewel de pillen de kwaliteit van zijn slaap verslechterden, werd hij er wel steeds meer van afhankelijk om überhaupt in slaap te komen. ‘Het was als een escape om knock-out te kunnen gaan. Zo van: morgen zien we wel weer verder, laten we hopen dat er dan een wonder is gebeurd.’
Na zijn scheiding leefde hij een half jaar ‘uit een tas’. ‘Ik sliep op een gegeven moment bij een vriend in de kamer van zijn dochter, die daar alleen in het weekend kwam. Op die hoogslaper onder een K3-dekbed realiseerde ik me dat ik er zwaar tragisch aan toe was.’
‘Op die hoogslaper onder een K3-dekbed realiseerde ik me dat ik er zwaar tragisch aan toe was’
Toch luisterde hij niet naar zichzelf. Integendeel, hij werkte keihard door. Ondanks alle privéproblemen ging het hem professioneel voor de wind. De televisieregisseur had in 2010 opnieuw een hit met de jeugdsoap Het Huis Anubis en de Vijf van het Magische Zwaard.
Spaanse kliniek
Op zeker moment zat hij op vier á vijf pillen per dag in een poging zijn rusteloze benen enigszins onder controle te krijgen, totdat hij in 2014 immuun werd voor het middel dat hij al zo lang slikte. Hij stapte in overleg met de huisarts over op een kalmeringsmiddel.
In de zomer van 2019, na de première van zijn tweede bioscoopfilm Project Gio, eiste het jarenlange gebruik van pillen zijn tol. Van Teylingen stortte in. Een burn-out, zeiden de huisarts en zijn psycholoog. Later dat jaar, na een tweede inzinking, trok hij eindelijk zijn conclusies en schreef hij zich in bij een kliniek in Spanje voor mensen met een burn-out. Zijn kinderen en huidige vrouw, met wie hij in 2016 trouwde en een jaar later een zoontje kreeg, namen een paar dagen voor kerst vorig jaar voor zes weken afscheid van hem.
‘In de kliniek werd ik met de neus op de feiten gedrukt.’ Hij legde voor het eerst een link tussen zijn rusteloze benen en stress. ‘Ik leerde dat ik mezelf in feite jarenlang heb verdoofd.’ In drie dagen bouwde hij onder toeziend oog van een arts het medicijngebruik af. Zeven dagen en zeven nachten sliep hij niet. ‘Gekmakend’, maar langzaam bouwde hij zijn vermogen om zonder pillen in slaap te komen weer op. Thuis ging dat alleen nog maar beter.
Hij heeft nog wel eens pijn in zijn benen, maar dan weet hij dat hij gespannen is. Alles draait nu om balans. Hij eet gezond — geen gluten, zuivel en suiker. En ook al moest hij er een jaar geleden nog van gruwelen, nu doet hij actief aan yoga, meditatie en wandelen. ‘Als mijn oude klachten opspelen, doe ik even wat yoga-oefeningen en leg ik een warme kruik op mijn onderrug. Dan slaap ik als een engeltje.’
‘Als ik nooit meer een film zou maken, zou dat helemaal prima zijn. Tenzij het een film is die echt ergens over gaat’
Die tweede inzinking ziet Van Teylingen als een ‘totale reset’ waardoor hij het leven nu anders bekijkt. ‘Succes is voor mij een holle frase geworden. Ik heb twee gouden films, ik heb een boek geschreven, ik heb kijkcijferkanonnen geregisseerd, maar het is uiteindelijk niks. Het is gewoon leeg. Ik geniet nu van momenten met mijn kinderen, de kleine dingetjes.’
De verplichte rust die de coronacrisis met zich meebracht, gaf Van Teylingen de kans na te denken over zijn toekomst. Terwijl hij intussen bezig is met een boek over burn-out, richt hij zich vooral meer op zijn gezin en overweegt hij zich te laten opleiden tot coach voor professionals in de mediawereld. ‘Als ik nooit meer een film zou maken, zou dat helemaal prima zijn. Tenzij het een film is die echt ergens over gaat. Ik wil niet meer voor dat blinde succes gaan. Ik wil iets bijdragen.’