interviews
1 september 2022

’Ik heb mezelf bevolen: word niet oud’

ANBO Magazine

Ze mag dan 93 jaar oud zijn, Nelly Singerling vindt het nog altijd heerlijk om zo nu en dan met een parachute uit een vliegtuig te springen. Zeker als ze daarmee geld kan ophalen voor een goed doel. Het zegt alles over de onalledaagse persoonlijkheid van deze hoogbejaarde dame. 

Er klinkt klassiek door de woonkamer van Nelly Singerling. ‘Ik heb áltijd muziek aan’, zegt ze, terwijl ze plaatsneemt in het hippe interieur van haar Zandvoortse woning. ‘Maar nooit te luid. Ik houd niet van lawaai, ook niet als mensen hard tegen me praten. Dat gebeurt nog wel eens. Ze denken vaak dat ik slechthorend ben vanwege mijn leeftijd. Maar er is helemaal niets mis met mijn gehoor.’

‘Als mensen mij behandelen alsof ik niets meer kan, word ik kwaad’

Zoals de styling van haar appartement – behang met apenprint, felgekleurde meubels – amper iets verraadt over haar hoge leeftijd, doet ook het levenslustige overkomen van mevrouw Singerling niet vermoeden dat ze al 93 jaar meeloopt. ‘Als mensen mij behandelen alsof ik niets meer kan, word ik kwaad.’ Lachend: ‘Maar dat is ook altijd heel gauw weer over, hoor. I don’t hold a grudge.’

Marine Vrouwenafdeling

Aan dergelijke Engelse uitdrukkingen is te horen dat de geboren Amsterdamse veel tijd in het buitenland heeft doorgebracht. Na een vraag daarover neemt mevrouw Singerling ons mee op een reis die begint in Indië. Ze werkte na de Tweede Wereldoorlog in de stad Soerabaja als telexiste bij de nog maar net opgerichte Marine Vrouwenafdeling. Dat hield in dat ze het berichtenverkeer tussen de schepen en de vaste wal verzorgde.

‘Als zij zeiden dat ik rechtsaf moest, ging ik linksaf. Ze moeten mij niet vertellen waar ik wel en niet naartoe mag gaan’

Het was tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog van 1945 tot 1949. ‘Ik werd naar mijn werk gebracht met vier man beveiliging. Een gevaarlijke tijd, het was oorlog, maar zelf heb daar niet veel van meegekregen. Ik heb het daar fantastisch gehad.’

Mevrouw Singerling geeft eerlijk toe dat ze niet bepaald de ideale marinevrouw was. ‘Ik ben nooit bevorderd. Als zij zeiden dat ik rechtsaf moest, ging ik linksaf. Ze moeten mij niet vertellen waar ik wel en niet naartoe mag gaan’, vertelt ze lachend. ‘Ik houd niet van regels, ik vind het nog moeilijk om me eraan te houden.’

Emigreren

Terug in Nederland werd ze verliefd, op Karel, die ze kende van de marine. Ze trouwde met hem, maar na een paar jaar stierf hij aan een hartaanval, nog maar 26 jaar oud. ‘Heel eenzaam was ik na zijn dood. Ik ga emigreren, dacht ik, kan me niet schelen waar naartoe.’ Eerst zou ze met een vriendin mee naar Nieuw-Zeeland, maar het werd Canada, waar haar broer ook naartoe ging.

Alleenstaande moeder

Ze vestigde zich in Toronto, waar ze werk vond als ‘teletype operator’, een man leerde kennen en twee kinderen kreeg. Maar het was geen goed huwelijk. Na drie jaar scheidde ze van hem. Ze moest het zien te redden als alleenstaande moeder in een land waar sociale uitkeringen amper bestonden.

‘Ik heb echt armoede gehad in Canada, maar kreeg nergens hulp’

Na een paar jaar keerde ze terug naar Nederland, maar de kinderen konden hier niet aarden. Het gezin maakte rechtsomkeert, weer terug naar Canada, waar tegenwoordig nog altijd drie generaties nageslacht van mevrouw Singerling wonen. Ze is zelf de enige die zich later weer in Nederland heeft gevestigd. ‘Ik heb echt armoede gehad in Canada, maar kreeg nergens hulp. Daardoor heb ik een hekel gekregen aan dat land.’

Natuurlijk mist ze haar familie, maar sinds kort heeft ze een smartphone en spreekt ze haar dochter vrijwel iedere dag even via FaceTime. Dat zullen geen saaie gesprekken zijn, want mevrouw Singerling beleeft nog een hoop op haar oude dag. De afgelopen jaren woonde ze achtereenvolgens in het Koninklijk Militair tehuis Bronbeek bij Arnhem, in een Amsterdamse flat, in een appartement in Wijk aan Zee en nu in Zandvoort.

Oefeningen en gewichten

‘Ik moet telkens opnieuw iets vinden dat mijn karakter een beetje naar voren brengt. Als je niet verhuist, en je blijft maar op één plek zitten, dan word je oud. En ik mag niet oud worden. Dat heb ik mezelf bevolen; denk erom, word niet oud. Ik doe ook trouw mijn oefeningen. Als ik in de keuken wacht tot het water is gekookt voor mijn kopje thee, til ik gewichten. Als je dat niet doet, verslijt het.’

Ze heeft nog altijd dezelfde fysieke onrust als de atletiekfanaat die ze was vlak na de Tweede Wereldoorlog. Trots laat ze de medailles zien die ze won in haar tijd bij de Marine. Tijdens de wedstrijden met de Amsterdamse atletiekvereniging Sagitta werd ze ‘helaas’ altijd tweede, vlak achter haar clubgenoot Fanny Blankers-Koen, die later vier keer goud zou winnen op de Olympische Spelen.

Parachutespringen

Atletiek is een hobby die ze tegenwoordig niet meer kan beoefenen. Maar een andere, opvallende liefhebberij van haar brengt ze, ondanks haar leeftijd, nog wel in de praktijk; parachutespringen. Vorig jaar maakte ze een sprong om geld in te zamelen voor veteranen met ptss. Met het opgebrachte geld kunnen honden worden opgeleid tot hulphond. ‘Er waren journalisten bij om verslag te doen. Ze vroegen me voordat ik sprong: bent u niet nerveus? Nee, zei ik.’

Het is een voorrecht om op zo’n manier je oude dag door te mogen brengen. Maar het heeft ook een keerzijde. Omdat er maar weinig negentigplussers zijn met net zoveel energie als zij, mist mevrouw Singerling aansluiting met leeftijdsgenoten.

‘Ik hoor nergens bij, want ik ben 93, maar voel me 73. Waar vind je iemand die ook zo is?’

‘Ik woon hier in een gebouw met allemaal oude mensen, maar ik heb hele andere interesses dan zij. Ik houd van sport, gek doen en herrie maken. Dat is hier niet. Als ik de gesprekken hoor die hier beneden worden gevoerd, verveel ik me dood. Dan ga ik maar weer naar boven. Ik hoor nergens bij, want ik ben 93, maar voel me 73. Waar vind je iemand die ook zo is?’

Daarom heeft ze zich onlangs aangemeld bij het ANBO Trefpunt, een digitale plek waar gelijkgestemde ouderen met elkaar in contact kunnen komen. ‘Ik ben eigenlijk zoekende naar iemand van mijn eigen leeftijd, maar die mij wel een beetje kan bijhouden’, vertelt ze. Die zoektocht geeft ze voorlopig niet op.

Foto: Babs van Geel