
‘Ik had niet het gevoel dat ik hieraan dood zou gaan’
Terwijl hij op het punt stond een fotoboek uit te brengen over het jaar waarin hij zijn moeder, oma en tante had begraven, werd kunstfotograaf Geert Broertjes (32) zelf ziek. Hij had uitgezaaide darmkanker. De artsen hadden hem al bijna opgegeven, maar het liep anders.
De zaalarts, met in haar kielzog een legertje collega’s, kwam het nieuws brengen. ‘Ze zei: “Het zit overal. In je longen, je lymfeklieren, je lever”.’ Het was niet te genezen, hooguit behandelbaar om een zekere kwaliteit van leven te behouden, was de boodschap. ‘Daarna gingen ze lunchen.’ Dat is hoe Geert Broertjes, toen 31 jaar oud, eind maart van dit jaar in een ziekenhuisbed in Amsterdam, zijn doodvonnis te horen kreeg.
Broertjes is kunstfotograaf en het is een wrang toeval dat hij op dat moment net bezig is met een fotoboek over het jaar waarin hij de vier belangrijkste vrouwen in zijn leven verloor. Zijn moeder was overleden aan kanker, zijn 92-jarige oma aan ouderdom en zijn tante had het Syndroom van Down, waar een lage leeftijdsverwachting bij hoort. De vierde, zijn toenmalige vriendin, verdween uit zijn leven omdat hun relatie stuk liep.
Buikpijn
De klachten waren begonnen met buikpijn. De huisarts had hem pilletjes voorgeschreven tegen een parasiet die hij mogelijk in China had opgelopen tijdens een klus. Even leken die te helpen, maar al gauw kwamen de steken terug. ‘Op een avond moest ik naar het toilet en ben ik twee liter bloed verloren.’ Het was zijn huidige vriendin Nadia die hem bewusteloos had aangetroffen, midden in die plas bloed.
Broertjes bleek het syndroom van Lynch te hebben, waarbij afwijkingen in de genen een verhoogde kans geven op het ontstaan van darmkanker. Het is vrijwel zeker dat hij het heeft geërfd van van zijn vader, die in zijn leven twee keer eerder kanker heeft gehad en nu met alvleesklierkanker vecht voor zijn leven. Dat zijn moeder ook kanker had, was toeval. Of zoals Geert het zegt: ‘Domme pech.’
Niet bang om dood te gaan
Drie weken lang leefde hij in de veronderstelling dat het ‘einde verhaal’ was. Hij vertelt erover met een verbazingwekkende lichtheid. ‘Ik had het gevoel dat ik een heel mooi leven had gehad. Nee, ik ben niet bang om dood te gaan. Het lijkt me wel rustig’, zegt hij, lachend. ‘Wat je in je leven voor je kiezen kunt krijgen qua verlies, pijn, maar ook verliefd zijn, relaties en keuzes, dat is niet niks. Begrijp me niet verkeerd hoor, ik hou van het leven, juist ook om deze redenen.’
Geert ontdekte dat hij het veel gemakkelijker vindt om zelf ziek te zijn, dan naast een dierbare te staan die tegen de dood vecht. ‘Dat voelt zó machteloos. Toen mijn moeder ziek was, ging ik heel veel informatie verzamelen, net als nu bij mijn vader. Zodat je niet zomaar alles domweg hoeft aan te nemen. Toen ikzelf ziek werd, had ik dat veel minder. Nu was Nadia degene die dat deed.’
Totale chaos
Na meer onderzoeken bleek dat de kanker tóch niet in zijn longen zat. Vanwege de opmerkelijke gang van zaken besloot Broertjes een second en third opinion aan te vragen bij twee andere ziekenhuizen. Hij belandde in een ‘emotionele achtbaan’. Het leek of op iedere bocht een andere arts met een andere mening stond. ‘Het is als patiënt onmogelijk om daar wijs uit te worden. Het voelde als totale chaos.’
Daar kwam nog bij dat hij en zijn vriendin probeerden zwanger te worden. Via de natuurlijke weg zou het niet meer lukken. Daardoor moest er parallel aan de behandeling van alles worden besloten rond voortplantingstechnieken waarbij een zwangerschap tot stand kan komen zonder de erfelijke aandoening door te geven. Daar zit het koppel nog middenin.
Maar de grootste looping op de medische achtbaan moest nog komen: de kanker bleek wel degelijk te genezen. De opluchting was groot. ‘Maar het rare is dat ik vanaf het begin af aan al zoiets had van: het komt wel goed. Ik had niet het gevoel dat ik hieraan dood zou gaan.’
Vuistgrote tumor
Na de eerste ziekenhuisopname kreeg Broertjes opnieuw een bloeding. Hij moest met spoed onder het mes om de vuistgrote darmtumor, die daar al een jaar of tien zat, te laten verwijderen. Naast de helft van zijn dikke darm werden 26 lymfeklieren verwijderd.
Je zou nu niet zeggen dat de gezond ogende Broertjes twee weken geleden zijn laatste operatie heeft gehad, waarbij stukken lever en zijn galblaas zijn verwijderd, met daaraan voorafgaand de darmoperatie en drie chemokuren. ‘Puur vergif. Je voelt het je arm binnenstromen, het doet gewoon pijn. Daarna ben je doodop en krijg je allerlei bijverschijnselen, zoals het opengaan van de huid op je handen en voeten.’
Fotorolletjes in de chemo
Als kunstfotograaf besloot hij iets met zijn ziekte te doen, zoals hij ook heeft gedaan met het verlies van zijn moeder, oma en tante. Voor een project over zijn ziekte bracht een bevriende fotograaf Broertjes op het idee om zijn fotorolletjes dezelfde behandeling te geven als hij: chemo. De oncoloog kon hem dit niet meegeven. Maar als je net een kuur achter de rug hebt, scheidt je lichaam het spul af. En dus besloot hij zijn eigen urine op te vangen. ‘De effecten zijn heel gaaf geworden. De beelden komen echt binnen bij mensen aan wie ik ze laat zien.’
De ziekte heeft hem niet alleen als fotograaf, maar ook als persoon sterker gemaakt. ‘Ik maak me nog minder zorgen dan ik überhaupt al deed. Want er gaan nu eenmaal dingen gebeuren die niet leuk zijn, het is hoe je ermee omgaat wat het leven bijzonder maakt. Je kunt bij de pakken neer gaan zitten en denken “waarom ik?” maar dat heeft helemaal geen zin. Ik ben eigenlijk nog positiever geworden.’Het fotoboek One Year, dat hij maakte over het verlies van de belangrijke vrouwen in zijn leven, is nu klaar en wordt op 20 september gelanceerd tijdens het fotofestival Unseen in Amsterdam. Het is een boek vol poëtische foto’s van intieme momenten en het leven van alledag.