
‘Ik ging het gevecht aan met een industrie waarin miljarden omgaan’
Marcel van Wing bracht een margarine op de markt met een alternatief ingrediënt voor palmolie. Hij maakte machtige tegenstanders wakker. De tegenwerking was groot. ‘Het heeft me geraakt, maar ook getergd. Ik dacht: ik zal ze pakken ook.’
‘Ik haal je uit alle winkels!’ roept een man met geheven vinger naar Marcel van Wing in de zittingszaal van de Reclame Code Commissie (RCC), gevolgd door een lach waar Van Wing koud van wordt.
Het is februari 2020. Van Wing, mede-eigenaar van het margarinemerk The Flower Farm, heeft in hoger beroep opnieuw te horen gekregen dat de claims van zijn bedrijf over palmolie ‘onjuist en daarom misleidend’ zijn. De man in de zittingszaal is aanwezig als vertegenwoordiger van een Europese lobbyclub voor palmolie.
De scène illustreert de tegenwerking waarmee Van Wing, voormalig reclameman, te maken krijgt nadat hij in augustus 2019 op de Nederlandse markt was gekomen met een nieuw, palmolievrij margarinemerk. Eat plants, not palm please, stond er toen nog op de verpakking van het product waarmee Van Wing protesteerde tegen ontbossing die wordt veroorzaakt door de palmolieteelt. En op de zijkant stond: voor palmolie worden hele oerwouden verwoest.
Deze beweringen joegen de palmolielobby op de kast, aangezien niet voor alle palmolie regenwouden zouden worden gekapt. Volgens de lobby zou in Nederlandse margarines ontbossingsvrije palmolie worden gebruikt en de RCC oordeelde dat niet uit te sluiten was dat sommige gebruikte palmolie wel duurzaam zou zijn.
‘Ik kreeg telefoontjes van mensen die vroegen: wat is er met jullie aan de hand, moeten jullie hiermee stoppen? Leg eens uit’
Het begon, zo vertelt Van Wing, toen zijn margarine net in het schap van Albert Heijn lag. Hij zat op dat moment nog midden in de verkoop van zijn reclamebureau. Hiermee had hij in het verleden — zich nog niet bewust van de ecologische gevolgen — ook voor palmoliehoudende margarinemerken gewerkt. Toen het moederbedrijf van deze merken hoorde over zijn start-up, zegde het per direct alle contracten op. ‘Het verhaal was dat ik in de tijd dat ik bij het bureau werkte kennis had opgedaan over margarine waarmee ik The Flower Farm heb kunnen opzetten. Complete onzin.’
Van Wing krijgt brieven thuis
Alle betrokkenen bij zijn product, van de fabrikant tot en met de supermarkten, beginnen te twijfelen, zeker na de RCC-uitspraak. Sommige partners zijn bang voor de gevolgen voor hun eigen bedrijf, anderen worden ronduit wantrouwend tegenover The Flower Farm. Van Wing: ‘De category manager van een supermarkt leest zo’n uitspraak van de Reclame Code Commissie natuurlijk ook. Ik kreeg telefoontjes van mensen die vroegen: wat is er met jullie aan de hand, moeten jullie hiermee stoppen? Leg eens uit.’
Van Wing, die vijf jaar als expat in Jakarta heeft gewoond, ontvangt thuis brieven van betrokkenen uit de palmolie-industrie, tot zelfs de ambassadeur van Maleisië. ‘Met het dringende verzoek te stoppen met mijn bedrijf. Er stond niet bij welke consequentie daaraan werd verbonden.’ Zijn huisadres haalt hij meteen van de verpakking.
Ik moest vechten tegen een hele batterij Zuidas-advocaten. Dat heeft ons financieel stevig geraakt, zeker omdat we net gestart waren met een bedrijf. Foto: Mark Horn voor het FD
De verdediging kostte Van Wing ongeveer een ton. Geld dat hij liever aan zijn onderneming had besteed. ‘Ik ging het gevecht aan met een industrie waarin vele miljarden omgaan en die wordt vertegenwoordigd door lobbyorganisaties waaraan zich non-gouvernementele organisaties hebben verbonden. Die vormen een machtig pact. Ik moest vechten tegen een hele batterij Zuidas-advocaten. Dat heeft ons financieel stevig geraakt, zeker omdat we net gestart waren met een bedrijf.’
Wie is dat in die stilstaande auto?
‘s Nachts houdt niet het geld, maar vooral een gevoel van onrecht hem wakker. Er was niet alleen gedreigd dat zijn merk uit de winkels zou worden gehaald, maar ook dat het product wetenschappelijk zou worden onderzocht. ‘Het zou door het lab worden gehaald om maar íets te vinden waarop ze ons konden pakken.’
‘Die agressieve tegenwerking heeft me doen inzien dat ik blijkbaar iets te pakken heb dat relevant is’
Dat zulke dingen waren geroepen, wekte ook achterdochtige gedachten bij hem op: wat zijn ze aan het doen, waar zijn ze mee bezig? Staan ze voor de deur? ‘Oh, ik zie daar een stilstaande auto met een man erin, wie is dat? Ik keek over mijn schouder bij alles wat ik deed.’
Het wakkerde ook iets in hem aan. ‘Het tergde me. Ik dacht: ik zal ze pakken ook. Die agressieve tegenwerking heeft me doen inzien dat ik blijkbaar iets te pakken heb wat relevant is. In die zin was het ook erkenning. Het heeft me gesterkt in mijn overtuiging dat dit moet gebeuren. Ik heb in dat oerwoud gestaan met het oorverdovende geluid van de dieren om me heen en ik heb er gestaan dat ik dat niet meer hoorde. Het was er stiller dan hier. Omdat alles dood is.’
Niet vleugellam
Daarnaast wil hij een voorbeeld stellen. ‘Het klinkt misschien vroom, maar er zijn natuurlijk meer mensen die met zulke zaken worden geconfronteerd en die misschien minder geld hebben dan wij. Ik ken partijen die niet eens met verweer beginnen omdat ze weten wat daarop kan volgen. Die wil ik een hart onder de riem steken. Er zijn meer idealisten als ik nodig om kleine speldenprikjes uit te delen waardoor het collectief uiteindelijk wel de goede kant uit gaat.’
‘Eerst stond in onze commercial ‘no palm’ op een bord. Nu staat er: ‘lang leve het regenwoud’. Dat is precies de ontwikkeling die ik heb doorgemaakt’
De uitspraak van de RCC was niet bindend. Maar om verdere juridische stappen vanuit de palmolielobby te voorkomen besloot Van Wing toch de teksten aan te passen. ‘Ik had geen zin om ze weer te provoceren, want dan heb ik ze weer aan m’n broek hangen.’ Vreesde hij aanvankelijk dat een knieval hem als protestmerk vleugellam zou maken, nu is hij juist blij met de veranderingen.
‘Toen ik het merk startte, was ik veel activistischer dan nu. Ik was boos op die mensen. Eerst stond er op het bord dat het meisje in onze commercial boven haar hoofd houdt: “No palm!” Nu staat er: “Lang leve het regenwoud!” Dat is precies de ontwikkeling die ik heb doorgemaakt. En dat heb ik ook te danken aan de jongens die mij het leven zuur hebben gemaakt.’
Foto’s: Mark Horn voor het FD