
‘Ik dacht: dit gaat me toch niet een tweede keer gebeuren?’
Hoe groot is de kans dat je als ondernemer niet één maar twee keer wordt getroffen door een verwoestende brand. Het overkwam Vincent Dijker. Twee jaar nadat zijn keukenwinkel in Veenendaal buiten zijn schuld was uitgebrand, ging zijn zaak afgelopen juli in Soesterberg in vlammen op.
Juli 2021, in het Toscaanse plaatsje Cecina. Vincent Dijker en zijn vriendin Agnes zitten buiten te eten. Voor ze op weg gingen naar het restaurant had Dijker een bericht gekregen dat brand was uitgebroken op het bedrijventerrein in Soesterberg waar zijn keukenwinkel staat. ‘Dat loopt wel los,’ denkt hij, ‘het vuur is honderd meter verderop. Die brand komt niet bij ons.’
Maar zijn telefoon blijft zoemen. Hij krijgt filmpjes door. ‘Zet je telefoon op tafel,’ suggereert Agnes. Terwijl de ober de antipasti en een fles wijn tussen hen in zet, zien ze live de beelden die omstanders in Nederland maken.
‘Papa, ze gaan het gecontroleerd laten uitbranden’
Het gaat hard, de brand wordt groter en groter en komt dichterbij zijn keukenzaak. ‘Dat ga je niet redden’, horen ze. ‘Vergeet het maar met je winkel.’ ‘Nee joh, maak je niet druk, dat krijgen ze wel onder controle’, zegt een ander. Dan sms’t zijn zoon Mike, die een vriend bij de vrijwillige brandweer heeft. ‘Papa, ze gaan het gecontroleerd laten uitbranden.’
Verbouwereerd: het is weg
‘Het zal toch niet waar zijn?’ denkt Dijker terwijl hij 1300 kilometer verderop ziet hoe de vlammen één verzwelgende vuurmassa vormen. ‘Dit gaat me toch niet voor een tweede keer gebeuren?’
Want twee jaar eerder heeft hij al eens zijn keukenzaak in vlammen zien opgaan, toen in Veenendaal. En ook toen ontstond de brand niet bij hem, maar bij de buren. Maar als Agnes en hij om 11 uur teruglopen naar het hotel, ziet hij het. ‘Het is weg. Klaar.’
Verbouwereerd, dat is hij, maar van paniek of moedeloosheid is bij Dijker geen sprake. Het lukt hem op een ‘rustige en zakelijke manier’ met het nieuws om te gaan. Wat helpt, is dat het niet gaat om een oud familiebedrijf met grote emotionele waarde. Bovendien staan de keukens zelf in een opslag op een andere locatie. Zijn grote redding is zijn administratie, die hij al jaren volledig digitaal heeft georganiseerd. ‘Veel keukenwinkels hebben alles van hun klanten nog in hangmappen. Als je die kwijt bent, heb je pas echt een probleem.’
Eerste brand
Toch zal de nasleep van de verwoestende brand hoe dan ook zwaar zijn, beseft hij. De herinneringen van de eerste keer komen meteen terug. ‘Een bijzondere ervaring’, zegt hij met gevoel voor understatement over die brand. Toen was hij de avond ervoor op de hoogte gebracht dat een brand bij de buren was overgeslagen op zijn keukenshowroom. Hij kreeg te horen dat hij er weinig meer aan kon doen. In de ochtend wist hij dat zijn zaak verloren was. ‘Ik zette om zeven uur het nieuws aan en zag ineens mijn winkel op het NOS Journaal. Toen realiseerde ik me pas dat het allemaal echt was.’
Eenmaal ter plaatse moest hij verzekeringsagenten te woord staan, maar ook journalisten en opkopers die tussen de beschadigde showroomelementen kwamen snuisteren terwijl hij letterlijk met zijn laarzen in het bluswater stond. ‘Ik wist niet wat me overkwam.’
In de maanden daarna bleef alles door elkaar lopen, vertelt Dijker. Terwijl hij de winkel opnieuw moest opbouwen, liepen de onderhandelingen met de verzekering. Het vervelendst waren de gesprekken die gingen over de bedrijfsschade. Dat is de schade die je als eigenaar hebt vanaf het moment van de brand tot het moment dat je weer open gaat. Omdat de omzet van een bedrijf zich moeilijk precies laat voorspellen, levert dat aan een tafel vol met verzekeringsagenten verhitte discussies op.
Dijker verbaasde zich over bepaalde werkwijzen van de verzekeraar. ‘Opvallend vond ik bijvoorbeeld dat ze eerst agenten op je afsturen met wie het ogenschijnlijk in goede harmonie gaat. Maar op het moment dat er klappen op de zaak gegeven moeten worden, komen er andere mensen, met wie je geen persoonlijke relatie hebt opgebouwd. Dat zal een bewuste keuze zijn, maar ik vond dat lastig. Je weet niet meer wie je moet vertrouwen.’
Wrang voordeel
Dat de geschiedenis zich twee jaar later herhaalt, heeft als wrang voordeel dat Dijker kan profiteren van al die ervaring. Tijdens zijn vakantie in Toscane maakt hij meteen een lijstje van zaken die hij de vorige keer allemaal had moeten regelen. Het aanbod van zijn verzekeringsagent om hem terug te halen naar Nederland slaat hij af. ‘Ik wist al dat ik toch niet zoveel kon doen. Het pand was er niet meer en ik kon op mijn telefoon alles regelen. Ik ben de volgende dag rustig aan het zwembad gaan zitten en heb alles in werking gezet. Het klinkt gek, maar het ging eigenlijk allemaal gestroomlijnd.’
‘Ik ben de volgende dag rustig aan het zwembad gaan zitten en heb alles in werking gezet’
Thuis is de brand landelijk nieuws. Net als de vorige keer staat hij kalm de pers te woord, zij het dit keer vanaf een vakantieadres. Online verschijnen artikelen over een ‘ondernemer die het onmogelijke was overkomen: twee panden in vlammen op’. Dat roept commentaren op van lezers die de zaak niet helemaal vertrouwen. ‘Men vond dat er een onderzoek naar mij moest worden gedaan, aangezien dit toch geen toeval kan zijn.’ Dijker trekt het zich niet aan. ‘Nee hoor, daar kan ik wel om lachen.’
Wederopbouw
Binnenkort begint de wederopbouw. Dijker heeft besloten dat niet in Soesterberg te doen, maar is bezig met een pand in Amersfoort waarvan hij in het voorjaar van 2022 de deuren hoopt te openen. De timing lijkt een stuk gunstiger dan na de eerste brand in Veenendaal. Toen kon de winkel na zeven maanden weer open, op 25 maart 2020. Helaas riep premier Rutte tijdens de eerste coronapersconferentie, op 21 maart 2020, iedereen op om vooral thuis te blijven.
Ook het feest dat Dijker had georganiseerd moest hij toen vanwege de nieuwe maatregelen afblazen. Bij de opening van zijn winkel in Amersfoort hoopt hij dat te kunnen goedmaken. ‘Ik heb het achttien jaar lang als ondernemer voor de wind gehad, en dan opeens twee van zulke gekke jaren. Die periode wil ik maar al te graag afsluiten. En dat vraagt om een feestje.’
Foto’s: Mark Horn voor het Financieele Dagblad