
‘Dit land mag niet zo worden als het land waar ik vandaan kom’
Vier keer troffen Sarah Shahinian en haar man in hun kledingwinkel een grote ravage en leeggetrokken rekken aan, nadat er dieven met grof geweld hadden ingebroken. De financiële strop is groot, net als de emotionele impact. ‘Toen we naar Nederland kwamen, voelde ik me voor het eerst veilig. Dat gevoel wordt mij telkens ontnomen als dit gebeurt.’
Naar de beelden van de veiligheidscamera’s kijkt Sarah Shahinian (32) niet meer. Te zien is hoe met grof geweld de ruit wordt ingeslagen. Scherven vliegen door de winkel. Twee dieven met bivakmutsen rennen naar binnen en trekken in hoog tempo een aantal rekken leeg. Ze lijken goed voorbereid, want ze weten meteen de duurste merken te vinden, zoals Iceberg, Napapijri, Parajumpers en Armani.
‘Elke keer word ik boos’, zegt de onderneemster, die op haar twaalfde vanuit Irak naar Nederland vluchtte. ‘Wij hebben zoveel moeite gedaan om onze zaak op te bouwen. Bij de exclusieve merken die wij verkopen, kom je niet zomaar binnen. Dat is een band die je met zorg moet opbouwen. En dan komt zo iemand in één keer de hele wand leegtrekken. Dat doet echt veel met mij.’
Elke nacht wakker
Het is Shahinian en haar man Anastas, die samen twee exclusieve modewinkels in Almelo en Deventer runnen, niet één, maar vier keer overkomen, waarvan drie in het afgelopen half jaar. Eén inbraak vond plaats in Deventer, de andere drie in Almelo. Dat de verzekering niet alles vergoedt, weet het ondernemerskoppel intussen als geen ander. Ze krijgen de inkoopwaarde van de gestolen kleding terug en een deel van de kosten om de schade aan het pand te herstellen. Maar naar de misgelopen inkomsten kunnen ze fluiten.
Ook is het voor Shahinian al een tijdje gedaan met een goede nachtrust. ‘Al sinds de eerste keer in het voorjaar van 2018 word ik iedere nacht tussen drie en vier uur wakker. Daarna kan ik niet meer slapen. Wie vergoedt dat?’
Dat juist op dat tijdstip de slapeloosheid toeslaat, heeft alles te maken met de momenten waarop de politie haar alle keren belde om te vertellen dat er was ingebroken. Anastas sprong steevast in de auto om de schade op te nemen, terwijl Sarah zich thuis ontfermde over hun geschrokken zoontje. Dat was lastig omdat de adrenaline door haar lijf gierde. ‘Ik ben dan boos en weet nog niet wat er gebeurd is, maar als moeder moet ik dat allemaal even aan de kant zetten. Dat is zo moeilijk.’
Het verslag van haar man volgde dan een half uurtje later, met foto’s van lege rekken. ‘Als een koude douche’, zegt Shahinian over haar gevoel bij die eerste aanblik van leeggetrokken schappen.
Vurige ondernemersgeest
Als Armeense uit Irak heeft Shahinian vaker voor hete vuren gestaan. Omdat het voor deze minderheid in 2000 niet meer veilig was, vluchtte ze met haar moeder en twee jongere zusjes naar Nederland. Haar vader kwam later. Ze was nog maar twaalf, maar voelde een grote verantwoordelijkheid. Ze leerde de taal om alle formulieren in te kunnen vullen en sprak namens haar ouders met instanties. Na jaren in verschillende asielzoekerscentra te hebben gewoond, bouwde het gezin een nieuw bestaan op in Vlissingen.
Aan haar verleden als vluchteling heeft ze een vurige ondernemersgeest overgehouden. ‘In Irak waren wij rijk. In Nederland moesten we vanaf nul opnieuw beginnen. Maar dat vonden we niet erg, want hier is tenminste vrijheid.’
Dankbaarheid zette zich bij haar, als jong meisje al, om in een gedrevenheid om haar best te doen, al was het maar om respect te tonen aan het land dat haar heeft verwelkomd. ‘Daar begint het. Degenen die bij ons ingebroken hebben, hebben geen respect.’
Informatie over diefstal
De inbraken geven haar een onbehaaglijk gevoel dat ze zich kan herinneren van haar jeugd in Irak. ‘Toen we naar Nederland kwamen, voelde ik me voor het eerst veilig. Dat gevoel wordt mij telkens ontnomen als dit gebeurt. Ik denk vaak: we moeten hier iets aan doen, dit land mag niet zo worden als het land waar ik vandaan kom. Dat is mijn angstbeeld, omdat dat gebrek aan respect in mijn ogen een maatschappelijk probleem is.’
Shahinian twijfelt of de zaak wel de hoogste prioriteit heeft bij de politie. Ze vertelt over een beller die voor duizend euro wel informatie over de diefstal kon aanbieden. Haar man leverde een opname van dat telefoongesprek af bij de Almelose recherche, samen met screenshots waarop bankgegevens te zien zijn. Ze hebben er nog niets over teruggehoord.
‘Als je in een oorlog stopt met bewegen, dan ga je dood. Dat is in principe ook zo met een bedrijf. Niet meebewegen, niet aanpassen, niet ontwikkelen, dat is slecht voor een onderneming’
Na de laatste inbraak dringt zich de vraag op of het niet verstandiger is om in een andere branche te gaan ondernemen, waar het risico op diefstal lager ligt. Maar het koppel wil zich niet uit het veld laten slaan. Shahinian neemt een wijze les van haar vader ter harte. ‘Die zegt vaak: je moet altijd in beweging blijven, net als in een oorlog. Als je in een oorlog stopt met bewegen, dan ga je dood. Dat is in principe ook zo met een bedrijf. Niet meebewegen, niet aanpassen, niet ontwikkelen, dat is slecht voor een onderneming.’
Lege rekken weer vullen
In de praktijk betekent ‘bewegen’ voor Sarah en Anastas bijvoorbeeld zoeken gaan naar nieuwe collectie om de lege rekken te vullen. Die zoektocht voert ze naar merken waarvan ze nog niet eerder de catalogus hadden bekeken. ‘Alles wat er gebeurt in het leven, of het nou goed of slecht is, heeft voor- en nadelen. Misschien is het een voordeel dat wij nu proactief op zoek gaan naar andere merken, die wellicht beter werken voor ons. Natuurlijk hoop je niet op een inbraak, maar op deze manier proberen wij altijd het positieve te zien.’
Behoefte om haar slaapprobleem op te lossen met een vorm van traumatherapie heeft Shahinian niet. Dat heeft tijd nodig, zegt ze. ‘Er zijn mensen die andere mensen nodig hebben om te herstellen. Ik weet niet of het komt door het vluchten uit Irak, maar ik doe dat zelf. Ik ben mijn eigen psycholoog. Soms is het nodig dat ik met een vriendin praat, maar meestal voel ik: het komt wel goed.’