interviews
5 maart 2021

‘Dit is een familiebedrijf, dat laat je niet ploffen’

Financieele Dagblad

Vincent Meurs moest begin 2019 toekijken hoe zijn restaurant tot de grond afbrandde. Binnen een jaar zou hij de monumentale boerderij weer herbouwen, was het idee. Iedereen wilde meewerken. Dat viel tegen. En toen de zaak deels open kon, kwam de klap van corona.

De rook kwam uit alle gaten, tot opeens een enorme bol van vuur door het dak schoot. Nou, dan springen de tranen je in de ogen. Je weet: dit was het.’ Het is een steenkoude, gure nacht, van 4 op 5 januari 2019. Vincent Meurs is uit zijn bed gebeld. Brand in Gasterij Nieuw Westert. Hij haast zich naar Egmond-Binnen, naar het restaurant dat hij uitbaat met zijn zwager Michiel Gooijer en vennoot Nick Nota. Uren moet hij toezien hoe de rook zich verder ontwikkelt, ondanks het werk van drie brandweerkorpsen. Tot de vuurbal.

De stolpboerderij uit 1936 brandt bijna volledig af. Er staan alleen nog een paar muren overeind. Meteen al de volgende dag staat Meurs samen met Gooijer, met wie hij nog drie andere restaurants in de omgeving heeft, plannen te maken voor herbouw. Nog hetzelfde jaar moet het weer klaar zijn, kerst is het doel.

Bewijs zoeken voor oorzaak brand

Gemeente, provincie en verzekeraar tonen zich al even optimistisch. ‘Ze zeiden allemaal: fantastisch, we gaan ons hard maken om dit te regelen’, zegt Meurs. ‘Maar dat viel in de praktijk tegen.’

‘Het proces werd alleen maar getraineerd. Toen ben ik wel een keer echt heel boos geworden’
Allereerst blijkt de verzekeraar de oorzaak van de brand niet te kunnen herleiden, daardoor komt de bewijslast bij de compagnons te liggen. Zij laten contra-expertise doen waar goed nieuws uitkomt: de brand blijkt begonnen in een cv-ketel, die overuren had gedraaid om de januarikou buiten de deur te houden. Dit type ketel was eerder al uit productie genomen vanwege brandgevaar. ‘Het bewijs lag er, maar we hadden toen ons geld nog niet, hoor’, vertelt de Noord-Hollander. ‘Het proces werd alleen maar getraineerd. Toen ben ik wel een keer echt heel boos geworden.’

Toeziend oog van Monumentenzorg

Bij de gemeente, die goedkeuring moet geven voor de herbouw, stuiten de partners op bergen papierwerk. Vooral stikstof is een thema, dat extra gevoelig ligt vanwege het nabijgelegen duingebied. Ook het toeziend oog van Monumentenzorg maakt het er niet gemakkelijker op. Omdat de muren die nog overeind staan, behouden moeten blijven, dienen de horecamannen zich te houden aan de regels voor verbouwingen van rijksmonumenten. ‘Straks, als het klaar is, besluit Monumentenzorg dat het geen monument meer is. Tot die tijd is het nog gewoon een monument en heb je te maken met die wet- en regelgeving’, legt Meurs uit.

Zo gaat er meer dan anderhalf jaar voorbij, voordat ze in juli 2020 met de bouw van start gaan. Op dat moment is de benodigde bankfinanciering overigens nog niet eens rond. ‘Dat was een uitdaging, omdat je in deze tijd als horecabedrijf meteen een rood stempel hebt’, vertelt Meurs. Maar uiteindelijk weten de ondernemers de eerste reguliere groeifinanciering binnen de Nederlandse horeca sinds de corona-uitbraak op hun naam te zetten. Dat is maar goed ook, want de fundering was al gestort.

Uitstel van betalingen en leningen

De opgeknapte zaal achter de restaurantboerderij zou in maart 2020 al open gaan, maar door corona gebeurt dat pas dat juni. Na vier goede zomermaanden moet de zaak, net als de rest van de Nederlandse horeca, in oktober opnieuw dicht. ‘Als je me vorig jaar maart had gevraagd of dat te dragen is, had ik je voor gek verklaard. Dat kan natuurlijk helemaal niet. Het komt allemaal neer op uitstel van betalingen, uitstel van leningen, privé terugstorten en geld van derden. Maar dit is een familiebedrijf, dat laat je niet ploffen. Kwestie van op een houtje bijten en doorgaan.’

Wat helpt, is dat Meurs en zijn partners een rotsvast vertrouwen hebben in de nabije toekomst. ‘We weten: straks wordt het mei, het wordt juni. Mensen gaan massaal naar buiten. Ze zijn gek geworden van het opgesloten zijn, van het niet mogen. We hebben op alle vier onze locaties mooie, grote terrassen, dus de ruimte en flexibiliteit is er. Ik verwacht eigenlijk dat het terrasseizoen wel in april van start mag.’ Dat zou precies samenvallen met de oplevering van het herbouwde Nieuw Westert.

Straks geen nee verkopen

Het vertrouwen is zo groot, dat Nota al sollicitatierondes houdt om de bestaande bediening van Nieuw Westert uit te breiden. Blijven investeren is volgens hem de enige manier om deze tijd te overleven. Meurs: ‘Je kúnt deze zomer geen nee verkopen. Iedereen die komt voor een kop koffie, een sateetje, een driegangenmenu of een feest moet je verwelkomen. Je hebt die omzet gewoon nodig.’

‘Een restaurantmanager die negativiteit uitstraalt, geeft dat door aan al zijn medewerkers’
Zijn optimisme uit zich niet alleen zakelijk, maar ook in het contact met zijn personeel, dat hij zowel tijdens de herbouw als gedurende de lockdown heeft kunnen behouden. ‘Een restaurantmanager die negativiteit uitstraalt, geeft dat door aan al zijn medewerkers’, aldus Meurs. ‘Daar heb je uiteindelijk alleen maar jezelf mee. Daarom heb ik ook tegen het personeel gezegd: we gaan die stap maken, we gaan ervoor zorgen dat we straks klaar zijn.’

Het gedeelte van de stolpboerderij dat in 2019 afbrandde, is bijna weer in zijn oude glorie hersteld, zij het met nieuwe materialen die het oorspronkelijke uiterlijk zoveel mogelijk benaderen. Terwijl de bouwvakkers nog af en aan lopen en de echtgenotes van de eigenaren het interieur ontwerpen, beraden de koks zich alvast op de menukaarten voor het nieuwe seizoen. Intussen helpen de obers en serveersters met het aanleggen van de tuin, het schoonmaken van de speeltuin en het sjouwen van stenen voor de bestrating. Want van thuis zitten wordt niemand beter, weten ze uit ervaring. ‘Ik merk dat het team daardoor heel hecht is geworden’, zegt Meurs. ‘Wij zijn hen dankbaar en zij ons ook. Wat dat betreft komen we hier sterker uit.’

Foto’s: Mark Horn voor Het Financieele Dagblad