
Acteur Better Call Saul: ‘Albuquerque heeft de Jimmy-vibe’
Kort nadat circus Breaking Bad Albuquerque had verlaten, werd de woestijnstad het decor van spin-off Better Call Saul. En dat is niet zonder reden.
Ja, Albuquerque is een praktische plek om een tv-serie op te nemen. Het is twee uurtjes vliegen vanaf Los Angeles, maar de filmlocaties zijn er niet zo duur als in de bruisende entertainmentstad. Bovendien is er veel meer parkeerplek, wat best handig is voor zo’n grote productie als Better Call Saul. Maar dat zijn niet de enige voordelen van deze plek in het uiterste noorden van de Amerikaanse Chihuahuawoestijn. Net als in Breaking Bad, het ‘moederschip’ van de prequel over advocaat Saul Goodman, speelt het demografische middelpunt van de zuidelijke staat New Mexico een van de hoofdrollen.
‘Albuquerque is heel belangrijk voor de serie. Deze stad is key op zoveel verschillende manieren’
“Ik wóu dat deze stad een minder belangrijk aspect was. Want ik zou het heerlijk vinden om mijn werk vlak bij mijn huis in Los Angeles te hebben. Dan kon ik ‘s ochtends mijn hond eens uitlaten”, zegt Bob Odenkirk, de man achter Jimmy McGill a.k.a. Saul Goodman, lachend. “Maar serieus. Albuquerque is heel belangrijk voor de serie. Deze stad is key op zoveel verschillende manieren.”
Tijdens een interview op een van de opnamelocaties van Better Call Saul – een kil kantorenpand op een bedrijventerrein aan de rand van stad – vertelt Odenkirk honderduit over de serie die verrassend snel uit de schaduw van het bejubelde Breaking Bad wist te stappen. Het eerste seizoen leverde maar liefst zeven Emmy-nomaties op, waarvan een voor Odenkirk. Hij greep uiteindelijk mis, net als bij de Golden Globes, maar daarover hoor je de acteur niet mopperen. “Teleurgesteld? Je maakt een grapje zeker! Als ik gewonnen had, was ik vast weggejoeld. Over twee of drie jaar zou ik een award in ontvangst durven nemen, maar nu nog niet”, zegt hij bescheiden.
Odenkirk is nog steeds verbaasd als hij hoort dat Better Call Saul wordt omschreven als een enorm succes. De acteur was doodsbang om de nalatenschap van Breaking Bad, dat bij menig Netflix-junkie bovenaan het lijstje van favoriete series staat, te besmeuren. “Toen ik de eerste reclamebillboards zag voor de serie, realiseerde ik me: Oh, shit, mensen gaan dit gewoon zien! Op zich had ik me dat wel eerder kunnen bedenken, maar ik was opeens zo bang dat ze ons zouden gaan haten. Ik bedoel, ze zouden ons al kunnen haten omdat we het überhaupt proberen.”
Maar dat deden ze niet, integendeel zelfs. Er was één aflevering voor nodig om alle scepsis weg te nemen. De Saul Goodman die we leerden kennen als de vreselijk foute advocaat van methkoning Heisenberg, blijkt anno 2002 – zes jaar voor de aanvang Breaking Bad – een stuntelige underdog genaamd Jimmy McGill. En zoals dat gaat met underdogs, werd er meteen van hem gehouden. Grote vraag voor seizoen twee: wanneer ‘wordt’ Jimmy McGill Saul Goodman? Daarover: “Er zijn dingen die ik je zou willen vertellen, maar die ik je niet kan vertellen. Weet je, ik denk dat de vraag wanneer hij Saul Goodman wordt, niet meer helemaal relevant is. Hij is beide.”
‘Het gaat over een personage die het zwaar heeft. Iemand die worstelt om het succes te bereiken dat Amerika belooft, the dream waarmee Amerika zichzelf op de borst slaat’
Enig punt van kritiek: het verhaal kwam wat traag op gang. Maar dat zegt volgens Odenkirk vooral iets over het zelfvertrouwen van Vince Gilligan, de bedenker van Breaking Bad en nu, samen Peter Gould, het brein achter Better Call Saul. “Ze zijn niet bang om veel aandacht te besteden aan details die op het eerste gezicht niet belangrijk lijken. Deze jongens weten wat ze doen. Ze doen niet even een of ander makkelijk kunstje omdat ze niks anders hebben.”
Een assistent van de regisseur onderbreekt het interview. “We need you Bob.” Odenkirk verlaat de ruimte, die in de serie dienst doet als vergaderkamer van het grote advocatenkantoor Hamlin, Hamlin & McGill, waar Jimmy’s succesvolle broer Chuck een van de partners is. In het eerste seizoen zagen we hoe Jimmy zijn best doet om diens respect te verdienen. We zien hem zwoegen, op zijn bek gaan en weer opkrabbelen. Op zijn geheel eigen wijze. Lees: gepassioneerd, maar niet helemaal volgens de regels.
Die wil om mee te tellen is precies wat Jimmy en Albuquerque met elkaar gemeen hebben, vertelt Odenkirk als hij weer aangeschoven is. “Dit is een stad die het zwaar heeft. En het gaat over een personage die het zwaar heeft. Iemand die worstelt om het succes te bereiken dat Amerika belooft, the dream waarmee Amerika zichzelf op de borst slaat. Het succes dat ze oplegt aan haar burgers; zorg maar dat je succesvol wordt, anders ben je een fucking loser. Deze stad heeft die Jimmy-vibe. Het heeft diezelfde behoefte om onderdeel uit te maken van het succes om zich heen. Zo van: wanneer krijgen wij ons deel?”
En dan hebben we het nog niet eens over al die beelden van de indrukwekkende luchten en de woeste woestijn waar álles kan gebeuren, gaat Odenkirk verder. “Albuquerque definieert de serie.”